Echo van eeuwigheid

15 april 2025

Met mijn kopje koffie zit ik heerlijk in de zon, te genieten van de ontluikende natuur.
Gewoon in de heerlijke achtertuin vol groen bij onze woning waar we kortgeleden naartoe zijn verhuisd.
Het is niet voor het eerst dit voorjaar dat ik hier in de zon zit, want die heeft zich de afgelopen weken bepaald niet schuil gehouden.

Het is dus onze eerste lente in onze nieuwe woning en ik zie met verwondering,
ja misschien wel verbijstering, hoe snel de natuur openbloeit. Hoe is het mogelijk?!
Wat gaat het ineens hard!

Zo zat er een week geleden aan die majestueuze eik nog helemaal geen blad;
begonnen er voorzichtig knopjes te komen.
En moet je nou vandaag eens zien!

De ontluikende natuur is behalve te zien ook te horen in onze tuin!
Vogels vliegen af en aan. Juist nu zijn ze extra druk en dat laten ze in allerlei toonaarden horen ook!

Ja, dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.
De laatste regel van een bekend gezang komt in mij naar boven.
Er is iets hemels aan dit koffiemoment in de lente.
Dit is een echo van eeuwigheid.

Dit doet denken aan een tuin die ik alleen uit de verhalen ken: de hof van Eden.
Bij benadering dan – want die tuin zal nog veel mooier en gaver zijn geweest dan die van mij.
Het paradijs, de plek en de tijd dat het aardse leven nog ongeschonden was; helemaal goed.

Maar toch. Soms heb je van die momenten.
Helaas zijn het vaak momenten. Meestal zijn ze zo weer voorbij.
Maar toch ... even proef je de hemel.
In muziek, in kunst, in intimiteit en liefde, een goed glas wijn of een koud biertje en meer.
Als het allemaal even zo zuiver is als het hier in deze wereld maar zijn kan.
Als je even, een momentje vaak maar, onbekommerd het goede geniet.

Deze echo’s van eeuwigheid in mijn tuin maken mij daarom tegelijkertijd ook weemoedig.
Er komt heimwee naar die tuin die er eens was maar er niet meer is.
Heimwee naar een wereld zoals die bedoeld moet zijn.
Zonder al die dingen die er nu óók zijn, maar er nooit hadden moeten zijn.
Ziekte, het kwaad, het lijden en noem maar op.

Terwijl ik zit te genieten, is er elders oorlog, honger, natuurgeweld.
Terwijl ik even aan het leven ben, zit een ander in de overlevingsstand.
Terwijl ik zit te genieten krijgt een ander een ernstig ongeluk.
Of slecht nieuws.
En noem verder maar op.
Uit eigen ervaring weet ik er niet alles van.
Maar ook voor mij is er genoeg in het leven om heimwee te hebben naar een verloren paradijs.
Trouwens, als het niet om mezelf zou zijn, dan wel om zoveel anderen.

Er komt een andere regel binnen, uit hetzelfde gezang: een tuin bloeit rond het open graf.
Al gaat het lied er niet over, de associatie met de Opgestane Heer is overduidelijk.
Vandaag voegt een andere associatie zich hierbij.
Als ik mijn openbloeiende tuin nou eens zie als voorbode;
als openbloeiend rond het open graf;
als teken van hoop?
Dat Christus wel de eerste was maar niet de laatste?
Dat er bij wijze van spreken eens ook een tuin bloeit rond mijn open graf?!

Weemoed en heimwee gaan daarmee niet weg. Maar er komt iets bij. Hoop. Verlangen.
Verwachting van een wereld die komt. Die weer is zoals die ooit bedoeld is.
Wie weet is die wel nog mooier dan die hof van Eden.
Waar het aardse leven echt helemaal goed is.

De Bijbel zegt er prachtige dingen over.
Zoals de wolf die naast het Lam zal liggen;
God die in de nieuwe wereld al je tranen van je gezicht zal wissen;
eeuwige vreugde die er zal zijn;
nooit meer tranen, nooit meer pijn;
de dood verzwolgen; eeuwig zalig leven.

Het open graf – in een heel andere tuin, lang geleden alweer – is er de voorbode van.
Als eerste is Hij opgestaan uit de dood.
Mijn tuin herinnert me er vandaag aan: Christus als eerste, maar niet als laatste.
Als de bazuin klinkt mag ik Hem volgen.
En dan begint er een nieuwe wereld. Dan ben ik op mijn bestemming.

Is dat geen wensdenken? Is dat niet te mooi om waar te zijn?
Soms denk ik dat wel eens. Dat is de ongelovige Thomas in mij.
Maar juist zo'n moment als vandaag helpt mij een gelovige Thomas te zijn.

De natuur leert me dat wonderen bestaan.
Deze geschonden wereld is vol wonderen.
Ze gebeuren elke dag om me heen. In elk grassprietje, elke boom, elke bloem.
Wonderen.
Gewoon in mijn achtertuin.
Onnavolgbaar.
Onbeschrijfelijk.

Zo'n moment in de natuur zoals vandaag is een blikseminslag.
Hij gaat recht naar binnen, zo het hart in, zonder tussenkomst van de ratio.
Nadrukkelijk bepaalt de natuur me er op geheel eigen wijze bij dat er wel iets bovennatuurlijks moet zijn.
Zulke momenten laat ik me niet afpakken.
Het zijn echo's van eeuwigheid.


Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzeek're zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.

Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
't Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.

Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.