De vrucht van de Geest: groeien als mens van God
Preek n.a.v. Galaten 5: 13-26 en met name 22-23.
Ds. Maarten van Loon, Dalfsen-Oost, april 2015.
En daarom dus dat enkelvoud. De Geest is gericht op eenheid, op heelheid. De Geest werkt mee aan het doel van God, om jou te vernieuwen naar het beeld van zijn Zoon, Jezus Christus. Of om het met Ef. 4: 15 te zeggen: om ons te laten toegroeien [groeien!] naar Hem die ons hoofd is.
Er is nog een goede reden om in het enkelvoud te spreken. Het is ook echt één vrucht.[7] Je kunt er niet een stukje uitpikken en zeggen: die wil ik wel. En die andere niet. Het is één geheel. De Geest wil over de volle breedte in je werken.
En dan nog iets. We zagen al: de vrucht van de Geest bindt samen. Daar kan ik nog aan toe voegen: die negen termen – die hangen ook nauw samen. Ze kunnen niet zonder elkaar. Ik kan wel geduld hebben, maar wat is dat waard zonder bijvoorbeeld vriendelijkheid?
Sommige uitleggers gaan zelfs zo ver dat ze zeggen: de ene vrucht, dat is de liefde. Liefde – dat staat voorop. De vrucht van de Geest is allereerst liefde … en dan komen die andere termen. Na liefde zou je een dubbele punt moeten lezen in plaats van een komma. Dan krijg je:
De vrucht van de Geest is liefde – dubbele punt, namelijk: vreugde en vrede enzovoort. Al die dingen, het zijn in de kern allemaal uitingen van, allemaal aspecten van liefde.
Het zou goed kunnen. Het is vast ook niet verkeerd om het zo te lezen. Want is liefde immers niet een ontzettend belangrijk kernwoord in de Bijbel? Ik denk ook even aan 1 Kor. 13, dat beroemde hoofdstuk over de liefde. Daar staat dat wat je ook doet, hebt of kunt: het is niks waard als het niet gepaard gaat met liefde. Liefde zoals de Bijbel daarover spreekt: agapè. Gevende liefde. Opofferend, het belang van de ander zoekend. Zoals Jezus dat deed.
Het is de liefde, zegt Paulus daar, die geduldig is, vol goedheid. Die geen afgunst kent, geen ijdel vertoon, geen zelfgenoegzaamheid. Niet grof is, niet zelfzuchtig. Die zich niet boos laat maken. Als verdraagt en alles gelooft, vreugde vindt in de waarheid. Kortom, min of meer dezelfde dingen die hier in Gal. 5 als vrucht van de Geest staan benoemd.
En is liefde ook niet de vervulling van de wet? In dit gedeelte heeft Paulus dat gezegd, in navolging van Mozes en Jezus. En nu volgt na de opsomming van die negenvoudige vrucht nog heel subtiel: er is geen wet die daar wat tegen heeft? Nee, wie kan er nou wat tegen liefde hebben zoals die naar voren komt in vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof/trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing? Niemand natuurlijk. Dat zijn prachtige dingen.
Voor Paulus’ eerste lezers zit hier een subtiele hint. Want er speelde daar bij die Galaten een grote vraag. De vraag namelijk naar welke wetten en regels je uit het OT nu nog wel en welke niet meer moest houden. Eén van de punten was of je als christen nu wel of niet besneden zou moeten worden. Daar waren ze druk mee met die vragen. Zoals wij ook druk kunnen zijn met allerlei vragen. Onze discussies kunnen hebben. Over van alles en nog wat in het kerkelijk leven. Over ‘de kerk’. Hoe vaak je daarheen moet. Of de vrouw wel in het ambt mag. Vast belangrijk allemaal.
Maar ik voel me toch ook een beetje betrapt als Paulus me op de vrucht van de Geest wijst en zegt: er is geen wet die daar wat tegen heeft. Als ik het nog wat anders zeg: hier hebben Schrift en belijdenis – en zo u wilt ook de kerkorde – niks op tegen.
Dit is nou waar het in de wet, in de Schrift als geheel om gaat, altijd al om ging en in het leven van een gelovige ook altijd om moet gaan: de liefde voor God en je naaste leven.
Ja, want kijk eens hoe praktisch de vrucht van de Geest is. Zo op het leven van elke dag gericht. Geestelijk zijn – daar hebben we nogal eens een vertekend beeld van. Alsof dat bestaat uit zeer veel Bijbellezen, heel veel bidden. Altijd wel voor iedereen een stichtelijk woordje hebben. Dan ben je pas echt een geestelijk iemand.
Maar dat klopt dus niet. De vrucht van de Geest is heel eenvoudig gericht op hoe jij met andere mensen omgaat. Hoe je ze benadert. De Geest wil ervoor zorgen dat je zelf echt leeft en anderen laat leven. De Geest is op het leven gericht, zoals God het altijd al wilde hebben. De Geest wil met je karakter aan het werk en dat ombuigen in de richting van het karakter van Jezus Christus, de mooiste mens die ooit geleefd heeft, bij wie je de complete vrucht van de Geest vindt.
De Geest breekt je karakter dus open.
Als gelovige mag je je dan ook nooit verschuilen achter je karakter. Of achter bepaalde karakterzonden. “Ach ik ben nou eenmaal opvliegend”. Dat kan geen excuus zijn, want zelfbeheersing – die stond toch ook in het rijtje? Hoort toch ook tot de vrucht van de Geest?
* * * [8=zwart]
Ik keer weer terug naar de vraag van het begin: is een christen iemand die groeit?
Ik zei toen: ja, dat is zo.
Maar hoe wordt dit nou meer dan een theologisch of zo je wilt theoretisch antwoord? Mooi hoor wat er tot nu toe allemaal is gezegd. Maar … hoe groei je nou echt?
Eén ding is duidelijk: als je niet groeit, dan ligt het niet aan de Geest. Die is er echt wel. En die is in ruimte mate beschikbaar. Het ligt ook niet aan Christus als we als christen niet groeien. Het Avondmaalsformulier zei: Hij heeft door zijn dood, zijn lijden en sterven en zijn opstanding het recht gekregen ons de levendmakende Geest te geven. En dat doet Hij ook. Vanmorgen noemde ik die uitspraak uit de HC al even[9]: Christus giet vanuit de hemel door zijn Heilige Geest zijn gaven in ons uit. Maar misschien staan er dingen in de weg, waardoor je de straal niet opvangt.
Als je een groentetuin hebt, dan kun je niks doen om je sla, bloemkool of wat ook maar te laten groeien. De natuur moet zijn werk doen. En die werkt ook echt wel! Denk maar weer even aan die boom die door die marmeren plaat heen brak.
Wat je in je groentetuin wel moet doen, dat is de omstandigheden voor optimale groei creëren. [10]Als het een tijd lang niet geregend heeft, dan moet je water geven.
En je moet onkruid wieden.[11] Het eruit trekken.
Zo is het met het werk van de Geest in jou ook. Misschien vindt er geen groei plaats omdat je nog allerlei onkruid op te ruimen hebt?
Dat is ook min of meer wat in dit gedeelte staat. Daar heeft Paulus het over je eigen hartstochten en begeerten aan het kruis slaan. Want die staan tegenover wat de Geest wil. Ik wees er al op, het staat in vers 17.
Misschien vindt er geen groei plaats omdat je geen water geeft? Niet of niet zo vaak intiem met God omgaat, zijn woord leest, bidt, niet zo je plek inneemt in de gemeente enzovoort?
***
Maar laat ik niet negatief eindigen. Want voor mij is het geen vraag of er groei is. Of dat wel kan. Of het wel gebeurt. Want ik zie het gebeuren.
Ik zie het gebeuren daar waar mensen geraakt zijn door Gods liefde. [12]Door Jezus’ liefde. Door de genade. Daar veranderen mensen echt door. Als je gaat inzien hoe liefdevol, geduldig, vriendelijk, vol goedheid, hoe trouw en zachtmoedig God in Jezus voor je is.
Dat werkt door. Dan kan het gebeuren en het gebeurt dat iemand zegt: “hé, daar zou ik een paar jaar geleden heel anders op gereageerd hebben …”
Kijk, dan is er dus vrucht gegroeid, tot [verdere] rijping gekomen.
Ik wens u/ons toe dat er veel vrucht mag zijn.
En dat we die met elkaar mogen delen.
Zo deel je namelijk van wat je van God zelf hebt ontvangen, in het geweldige wat we vandaag gevierd hebben: Jezus’ dood en opstanding. De Heer is waarlijk opgestaan, o vlam van Pasen steek ons aan!