Preek n.a.v. HC 21

Inleiding [meteen dia 1]
De kerk ­ daar zouden we het over hebben die catechisatie-avond.
Openingsvraag: als ik zeg kerk, waar denken jullie dan aan?
Antwoord niet zo positief: regeltjes, instituut.
OK, zei ik: als ik zeg gemeente, waar denken jullie dan aan?
Veel positiever: samen geloof beleven, elkaar helpen enzovoort.

Twee woorden: kerk en gemeente. Lopen in HC door elkaar.
V54: wat gelooft u... van de kerk? Maar A54: de Zoon van God vergadert een gemeente.
Zie je, daar loopt het door elkaar. [ook in NT: één woord voor beide: ekklesia] Er is trouwens nog wat, dat door elkaar loopt.
A54: uit het hele menselijke geslacht een gemeente.
Duidelijk: dit overstijgt onze gemeente. En ook de GKv.
En ook 2012. Van alle tijden. Wat zeg ik: zelfs eeuwig. Weer A54: `ik geloof ... eeuwig lid zal blijven'.
Dus: V+A54: allesomvattend.
Maar met A55 wordt dat lastiger: dat moet haast wel over de plaatselijk gemeente, hier en nu, gaan.
Kan haast niet anders: `ieder moet zijn gaven graag willen inzetten tot nut en heil van de andere
leden' In deze preek ga ik 4 beelden gebruiken voor de kerk / gemeente. [2]
1. Ziekenhuis

eerder gehad
2. Tempel

1 Pet. 2
3. Teamsport

n.a.v. 1 Tim. 4 (vorige week: train je in een vroom leven)
4. Doorgeefluik
nieuw beeld
Geen compleet beeld. Niet: als je deze 4 onthoudt, dan weet je het.
-
aantal aspecten die naar voren komen in HC en 1 Pet. 2.
-
elk van de beelden ook toepasbaar op kerk als geheel [alle tijden, plaatsen etc.].
Wel goed te bedenken: dat kerkje van ons, met die eigenaardige mensen erin en
bijzondere gewoontes etc die we soms hebben: onderdeel van dat veel grotere werk van
God. Van dat vergaderende werk van Christus.
Maar ik zoom vooral in op gemeente. De plaatselijke kerk zeg maar. Beeld 1: Ziekenhuis [3]
Wil het eerst hebben over de oprichter. Kerk als ziekenhuis heeft een oprichter die begaan is met lot
van de mensen. 1 Pet. 2: `In Sion leg Ik een hoeksteen'. Dat zegt God dus. Hij legt de hoeksteen.
Hoeksteen = Christus [3.1]= steen waar het hele bouwwerk op rust.
In termen van het ziekenhuis:
-
Christus, de hoeksteen = [3.2]geneesheer directeur = behandelend arts.
-
Je staat onder zijn voortdurende behandeling als je patiënt bent in Gods ziekenhuis.

[3.3] Patiënten:
Opvallend in 1 Pet. en in de HC: God brengt samen[3.4]. Hij verzamelt zijn patiënten en schrijft ze in
in het ziekenhuis, geeft ze een plekje op de ziekenzaal. Hij brengt ze allemaal onder de goede zorg
van de geneesheer-directeur. Ontleen ik [behalve aan HC en 1 Pet.] aan:
-
Ef. 1: Gods voornemen om alles in hemel en op aarde onder één hoofd samen te vatten,
Christus
-
Kol. 1: Christus is het hoofd van het lichaam, de kerk.
de kerk: onderdeel van die grote beweging! Het onder Christus brengen. [zo eigen gem. zien!] -
[3.5]. waar lijden de patiënten aan: zonde, zondige aard (A56). Tegen strijden.
-
[3.6]. behandeling: uit genade de gerechtigheid van Christus. Aan het infuus van de genade.
Door je heen laten stromen.
-
behandeling: niet weigeren, maar Woord en Geest aanvaarden/toelaten.

Hoe kan dit beeld helpen? [4]
-
bepaalt je bij het ziek-zijn. Doordrongen zijn van hoe verzondigd het leven is.
-
jij bent net zo ziek als een ander. Iedereen moet het hebben van dezelfde genade.
-
Ondanks alles: de kerk is van Christus.

Beeld 2: Tempel [5]
Ontleend aan 1 Pet. 2. Ook hier: God bouwt.
Tempel: heel andere sfeer dan ziekenhuis. Geen patiënten, maar[5.1] aanbidders. Vrome mensen die
naar de tempel gaan om God een offer te brengen [OT ­ dieren] [NT: geestelijke offers, 1 Pet. 2,5]. Bij ziekenhuis: zou kunnen denken: onderga behandeling.
Beeld bijgesteld door 1 Pet.2. Actie van God, zijn bouwwerk. Maar nu ook [5.2]actie van jou:
-
oproep: [5.3] `laat je gebruiken als levende steen'. Je was eerst niet levend, maar God heeft
je uit de duisternis getrokken en in zijn wonderbaarlijk licht gezet. Hij eerst, nu jij.
-
Misschien nog wat passief, maar verderop heel actief:
[5.4] `vorm een heilige priesterschap'; `breng geestelijke offers'.

Die patiënten van net ­ ze zijn dus priesters in de tempel. Ja, zijn wij dat? [5.5]Of zouden we het
moeten zijn? Opvallend in 1 Pet.:
-
Enerzijds:
oproep om het te zijn [ook in 1:16: Wees heilig, want ik ben heilig]
-
Anderzijds:
vaststelling dat je het bent ­ vs. 9: u bent (verder voorlezen)
[5.6]dus word wat je al bent! Je moet zijn wat je al bent. Hoe kan dit beeld helpen? [6]
bepaalt je nadrukkelijk bij de vrijheid in Christus. [ziek en gezond tegelijk ­ in Christus]
Door Christus ziet God ons als heiligen [div. keren in NT]. Hij ziet hier een tempel.
-
Geneigd heel geringschattend te spreken over de gemeente. Is ook van alles aan te merken.
Geen fraaie geschiedenis.
-
Kijk om je heen. Dit is ook: zijn volk. Deze mensen hier: ze zijn Hem heilig. Kijk dus zo naar
elkaar! Ook hij ... en zij ... en ...
-
Deelnemen aan de tempeldienst [meer dan kerkdienst]: je steentje bijdragen.

Beeld 3: Teamsport [7]
Ziekenhuis misschien wat passief / tempel al wat actiever. Nu nadruk op onze activiteit.
Pak nu dus het woordje training [nav 1 Tim. 4: `oefen/train je in een vroom leven'] op.
En wat daarin mee komt: de sport. Vooral: Teamsport.
[7.1]God brengt mensen samen.
Geen losse individuen, maar mensen die samen [7.2]één lichaam vormen. [NB: weer die hoge titel:
lichaam van Christus]
De kerk is ook: [7.3]gemeenschap = samen leven van heiligen. Niet voor niets heeft God dat zo
gewild! Vergelijking dus met teamsport:
-
Maar even nog te niet verheven: samen strijden we.
V56: ik moet strijden tegen zondige aard.
[7.4]Maar dat doe je niet in je eentje. Samen strijd je tegen de tegenstander.
-
[7.5]Wie aan teamsport doet, die weet: je moet dingen over hebben voor elkaar.
o Als de één een steekje laat vallen: inspringen.
o Als iemand geblesseerd raakt: invallen. Zijn plek innemen.
o Idem als iemand een andere plek krijgt in het team.
-
Je moet het met elkaar doen. Geen solo-actie. Niet pingelen.

Hoe kan dit beeld helpen? [8]
-
Meedoen in de wijk
-
Kijken waar je je gaven en talenten in kunt zetten [NB: antw. 55: verplicht]
-
Prioriteiten stellen

Beeld 4: Doorgeefluik [9]
Misschien een wat raar beeld.
Maar als ik zeg: in de kerk wordt het heil uitgedeeld, snapt u het misschien meteen.
Nee, niet op de RK manier, van: ik geef jou het heil. Ik kan u uw zonden niet vergeten. Ouderlingen
ook niet.
Maar God gebruikt de kerk wel. Er is [9.1]heilsbemiddeling.
Vanuit de hemel naar de aarde. Psalm 65: er is heil voor ons bereid.
Vanuit de hemel mag het doorgegeven worden in de kerk. De kerk dus als doorgeefluik.
In alle bescheidenheid. Maar toch: hier wordt het heil bemiddeld = doorgegeven. [9.2]
-
kerkdiensten
-
alle andere activiteiten

Christus heeft het heil verdiend, of ­ ps. 65 ­ bereid. Als een kostelijke maaltijd. [denk aan HA!]. Als ds. mag ik het heil doorgeven [9.3]. Ik sta bij het doorgeefluik en geef wat ik aangereikt krijg
vanuit de keuken weer door. Ik zeg: kijk hier, een kostelijk maaltijd. Zeer gezond. Pak aan, eet ervan.
En ik niet alleen ­ [9.4]allemaal zijn we `doorgevers'. Als er ergens op een verjaardag of zo een schaal rond gaat: moet je ervan pakken. [9.5]
Zo is het ook hier: aanpakken, verwerken, erop kauwen. God dient je een maaltijd op.
Als je niks neemt, dan heb je ook niets. Er gaat als het goed is ook iets terug door het doorgeefluik.
TWEE kanten op!
De borden en het bestek. Vies geworden.
Onze zonden, ons vuil. [9.6]
HC 21 koppelt het artikel over vergeving van de zonden aan de kerk [wrs. niet bewust, moest (later)
in 52 zondagen ingedeeld].
Wel mooi. Want: heilsbemiddeling = vooral: verzoening. [9.7]
Verzoening ontvangen is ­ in beeldspraak doorgeefluik: het aangeboden maal accepteren en de vuile vaat terugsturen.
[9.8]Als je niet eet, wordt er ook niks vies. Wie Woord en Geest niet laat werken ­ en ook niet komt
op de plek waar God die wil laten werken ­ zal geen vuile vaat afleveren. Verzoening. Het vrij zijn in Christus: `wie maakt mij wat?' Wordt je steeds door luik aangereikt.
Van daaruit gaan alle registers open.
-
Dankbaarheid gaat doorklinken. Complimenten naar de keuken: geweldig, want een
kostelijke maaltijd was dat. Here, dank u voor uw genadebrood.
-
Anderen laten delen. 1 Pet. 2,9: grote daden verkondigen: je gaat aan anderen vertellen:
hier is toch iets te krijgen zeg, gratis en voor niets.
-
En je gaat het niet alleen vertellen. Je gaat ook zonder woorden delen. [vorige week:
deelzondag]

Hoe kan dit beeld helpen? [10]
-
Wees erbij ­ daar waar de maaltijd wordt opgediend. Neem deel. Sta bij het luik.
Niet alleen in de kerkdiensten [vb: moeite met Bijbelstudie oppakken, ga dan ...]
-
Wisselwerking: ontvangen én geven.
Wees zelf ook een doorgeefluik!

Uitleiding [11]
4 beelden gehad
Nu nog dat zinnetje: ik geloof dat ik van die gemeente levend lid ben en eeuwig zal blijven.
[11.1]Hoe weet ik dat?
Niet navelstaren [ben ik wel uitverkoren; hoe kan ik dat weten].
Maar: in het geloof gaan staan ­ 1 Pet. allebei: verkozen, geroepen. Voeg je bij! Om het met een poster van Visje te zeggen [nav Rom. 8]
[12]In het geloof we zijn meer dan overwinnaar door Hem die ons heeft liefgehad